Een rundveebedrijf kan niet bij voorbaat worden uitgesloten van de toepassing van categorie 1, e ‘intensieve veeteeltbedrijven’ van bijlage III van het project-MER-besluit, stelt de Raad voor Vergunningsbestwistingen in zijn arrest van 1 oktober 2020.
Het kenniscentrum MER heeft de interpretatiehandleiding ‘Intensieve veeteelt’ in die zin aangepast. Alle rundveebedrijven zijn nu project-m.e.r.-plichtig volgens rubriek 1, e van bijlage III van het MER-besluit. Initiatiefnemers moeten minstens een project-m.e.r.-screening invullen bij hun vergunningsaanvraag.
Aanvullend heeft het kenniscentrum MER ook de definitie van opfokzeugen geschrapt. De definitie van jong gedekte zeugen uit Vlarem II werd overgenomen.
Deze nieuwe interpretatie is onmiddellijk van toepassing voor alle vergunningsaanvragen. In het kader van de rechtszekerheid wordt aangeraden om voor lopende dossiers een project-m.e.r.-screening toe te voegen voor het aspect intensieve veeteelt/rundveehouderij via een wijzigingslus.
Meer weten?
Lees hier het arrest van de RvVb
Raadpleeg hier de handleiding Intensieve veeteelt