OmgevingConnect is een online bibliotheek van Vanden Broele

Ook het bijstellen van stedenbouwkundige vergunningsvoorwaarden wordt mogelijk

De Vlaamse Regering keurde op 11 september 2020 een nieuw besluit goed dat  wijzigingen  aanbrengt aan het Omgevingsvergunningsbesluit en de indelingslijst bij VLAREM II. Belangrijk is dat dit besluit het startsein geeft voor de inwerkingtreding van de nieuwe procedure voor het bijstellen van stedenbouwkundige vergunningsvoorwaarden. Tot voor kort was dit enkel mogelijk voor de omgevingsvergunningen voor ingedeelde inrichtingen en activiteiten en het verkavelen van gronden.

 

Geen onbekend instrument

 

 

Op vandaag bestaat de mogelijkheid om bijzondere milieuvergunningsvoorwaarden bij te stellen. De bevoegde overheid (d.i. de overheid die bevoegd is voor het verlenen van de bij te stellen omgevingsvergunning) kan op grond van artikel 82 van het Omgevingsvergunningsdecreet de milieuvoorwaarden die in de omgevingsvergunning zijn opgelegd, wijzigen of aanvullen.

 

De bevoegde overheid kan deze bijstelling ambtshalve doorvoeren of op gemotiveerd verzoek van adviesinstanties, de vergunninghouder, leden van het betrokken publiek of diverse toezichthouders en ambtenaren. Deze praktijk bestaat al langer voor omgevingsvergunningen voor ingedeelde activiteiten en inrichtingen en is op vandaag van toepassing op bijzondere milieuvoorwaarden. Dit zijn dus milieuvoorwaarden die een overheid - die de vergunning verleent of akte neemt van de melding - oplegt in de omgevingsvergunning of de meldingsakte. Zo kan een exploitant een verzoek tot bijstelling van de bijzondere milieuvoorwaarde indienen bij problemen met de uitvoering van een bepaalde bijzondere milieuvoorwaarde. Ook de burger of verschillende overheidsinstanties kunnen, als de hinder en de risico’s ten gevolge van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit hen niet aanvaardbaar meer lijken, met een verzoek tot bijstelling vragen om de milieuvoorwaarden in de vergunning aan te passen of aan te vullen.

 

Het instrument van de bijstelling heeft echter geen betrekking op algemene of sectorale milieuvoorwaarden. Tenzij de algemene of sectorale voorwaarde uitdrukkelijk aangeeft dat de vergunningverlenende/bijstellende overheid bevoegd is om via een bijzondere vergunningsvoorwaarde af te wijken. Zo niet, kan de exploitant wel nog een individuele afwijkingsaanvraag indienen bij de Vlaamse minister van Omgeving.

 

Voor omgevingsvergunningen voor het verkavelen van grond geldt op vandaag een andere bijzondere procedure, die voorheen ook opgenomen was in de VCRO. Hiermee kunnen verkavelingsvoorschriften aangepast worden, veelal met het oog op een concreet project.

 

Bijstelling vanaf 3 november 2020 ook mogelijke voor stedenbouwkundige voorwaarden

 

Nu wordt deze regeling ook mogelijk voor stedenbouwkundige vergunningsvoorwaarden, opgelegd via een omgevingsvergunning of stedenbouwkundige meldingsakte. In het Omgevingsvergunningsdecreet wordt namelijk een extra artikel 82/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:

 

“Art. 82/1. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, kan de voorwaarden die in de omgevingsvergunning zijn opgelegd, wijzigen of aanvullen op gemotiveerd verzoek van de vergunninghouder of de exploitant.

 

Het bijstellen van de omgevingsvergunning, vermeld in dit artikel, verloopt overeenkomstig de bepalingen van afdeling 4 en 5."

 

Hoewel artikel 82/1 al eerder is ingevoegd in het Omgevingsvergunningsdecreet door het decreet van 26 april 2019 houdende diverse bepalingen inzake omgeving, natuur en landbouw, bepaalt het besluit van de Vlaamse regering van 11 september nu dat het artikel in werking treedt op 3 november 2020.

 

Hiermee wordt het bestaande figuur van de bijstelling voor milieuvoorwaarden integraal doorgetrokken naar de stedenbouwkundige vergunningsvoorwaarden. Dankzij het nieuwe artikel 82/1 van het Omgevings-vergunningsdecreet kunnen ook na het verlenen van de ‘basis’omgevingsvergunning, de stedenbouwkundige vergunningsvoorwaarden in deze vergunning gewijzigd worden.

 

De bijstellingsprocedure verloopt min of meer gelijkaardig aan een gewone omgevingsvergunningsprocedure en, in de meeste gevallen, inclusief een openbaar onderzoek. Ook staat er een administratieve beroepsmogelijkheid open tegen de bijstellingsbeslissing.

 

Geen vrijgeleide om lukraak stedenbouwkundige vergunningsvoorwaarden aan te passen

 

De bijstelling kan uiteraard niet raken aan de basisomgevingsvergunning. Enkel de vergunningsvoorwaarden kunnen gewijzigd worden. Er kan niet geraakt worden aan het vergund statuut van een project. Een klagende buurtbewoner kan dus geen verzoek tot bijstelling indienen met het oog op het laten aanpassen van de bijzondere vergunningsvoorwaarden. Het project op zichzelf wordt niet herbeoordeeld; er wordt enkel een onderzoek gehouden naar de geviseerde voorwaarden en de opportuniteit om deze voorwaarden te behouden, dan wel te schrappen of aan te passen.

 

De motivering achter een bijstellingsverzoek kan vrij divers zijn. Zo kan een stedenbouwkundige vergunningsvoorwaarde geviseerd worden omwille van de technische moeilijkheden die ermee gepaard gaan of de hinder die de vergunningsvoorwaarden voor derden met zich meebrengt.

 

Indien een vergunninghouder alsnog wil sleutelen aan de basisomgevingsvergunning, is hij genoodzaakt een nieuwe omgevingsvergunningsaanvraag in te dienen. De bestaande vergunde toestand kan namelijk enkel veranderen aan de hand van een nieuwe omgevingsvergunning. De bijstelling gaat niet zover dat zij aan de vergunde toestand kan raken.

 

Deel deze update via LinkedIn
Deel deze update via Facebook
Deel deze update via Twitter
Deel deze update via e-mail

Al onze nieuwsberichten in uw mailbox?

Schrijf u in op onze gratis nieuwsbrief en blijf op de hoogte van nieuwe regelgeving, relevante actualiteit, niet te missen opleidingen en studiedagen, ...