Nu almaar meer gemeenten een bouwstop afkondigen en hiervoor teruggrijpen naar de ‘beleidsmatig gewenste ontwikkelingen’ (BGO) van artikel 4.3.1, § 2, 2°, a) VCRO, zet het Departement Omgeving de puntjes op de i. In de beknopte leidraad van 6 juli 2020 verduidelijkt het Departement Omgeving de draagwijdte van het concept. BGO laten niet toe om aanvragen in strijd met de stedenbouwkundige voorschriften te vergunnen.
Het Departement Omgeving preciseert dat het nooit de bedoeling van de decreetgever is geweest om de ‘beleidsmatig gewenste ontwikkelingen’ “te zien als een alternatief ‘ordeningsinstrument’ naast bijvoorbeeld ruimtelijke uitvoeringsplannen of stedenbouwkundige verordeningen.” Bij de beoordeling van een vergunningsaanvraag primeert de toetsing aan stedenbouwkundige voorschriften. Beleidsmatig gewenste ontwikkelingen spelen enkel een rol bij de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening. “De verhouding tussen de zogenaamde legaliteitstoets (voorschriften) en de opportuniteittoets (goede ruimtelijke ordening) moet dus worden gerespecteerd”, aldus de leidraad.
Lees hier de leidraad.