Artikel 304, §3 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat ten hoogste twee derde van de leden van de gemeentelijke commissies van ruimtelijke ordening van hetzelfde geslacht mag zijn. Als dat niet het geval is, kan de commissie niet op rechtsgeldige wijze advies uitbrengen en komt de wettigheid van de adviezen in het gedrang.
Iedere gemeente moet op basis van artikel 1.3.3., §1 VCRO beschikken over een eigen commissie voor ruimtelijke ordening (hierna: GECORO). Deze commissies adviseren de gemeenten bij hun ruimtelijk beleid, in het bijzonder wat betreft de opmaak van ruimtelijke beleidsplannen, ruimtelijke uitvoeringsplannen en bij grote projecten.
De GECORO’s zijn in regel samengesteld uit zowel afgevaardigden van verschillende maatschappelijke geledingen (bv. milieuraad, beroepsverenigingen, jeugdraad, natuurverenigingen) en diverse deskundigen inzake ruimtelijke ordening (bv. architecten, planologen, advocaten). Deze maatschappelijke geledingen en deskundigen worden aangeduid door de gemeenteraad, telkens voor een periode van 6 jaar.
De VCRO bepaalt niet wie voldoende ‘deskundig’ is om deel te mogen uitmaken van de GEOCRO, maar vereist enkel dat minstens één op vier leden een zekere expertise over ruimtelijke ordening moet hebben. In de praktijk zijn dat veelal architecten, stedenbouwkundigen, planologen of advocaten. Dit neemt niet weg dat er geen uitdrukkelijke professionele achtergrond is vereist. De gemeenteraad moet de deskundigheid van een kandidaat-deskundige zelf beoordelen.
Van belang is dat artikel 304, §4 van het Decreet Lokaal Bestuur (het vroegere artikel 200, §2 van het Gemeentedecreet) daarenboven bepaalt dat ten hoogste twee derde van de leden van de GEOCRO van hetzelfde geslacht mag zijn.
Een foutieve samenstelling leidt tot onwettige beslissingen.
De vereisten inzake de samenstelling van de GECRO zijn van cruciaal belang.
Een GECORO met een foutieve samenstelling (bv. te veel deskundigen, onvoldoende leden vanuit maatschappelijke geledingen, of te veel personen van hetzelfde geslacht) kan namelijk niet op rechtsgeldige wijze adviezen uitbrengen.
Hierdoor is ieder advies van een foutief samengestelde GECORO onwettig, wat op zijn beurt kan leiden tot de onwettigheid van uiteindelijke beslissingen van de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen die steunen op een onwettig GECORO-advies. Een onwettig GECORO-advies kan zo bijvoorbeeld tot de onwettigheid van – en in tweede instantie, de vernietiging van – een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan leiden.
Het takenpakket van de GECORO.
De GECORO heeft namelijk een aanzienlijk en belangrijk takenpakket. Enerzijds beschikt de GEOCRO over een aantal specifieke opdrachten op basis van de VCRO (bijvoorbeeld de advisering bij de opmaak van een ruimtelijk beleidsplan of ruimtelijk uitvoeringsplan), anderzijds kan ze advies geven, opmerkingen maken of voorstellen doen over alle aangelegenheden met betrekking tot de gemeentelijke ruimtelijke ordening, op eigen initiatief of op verzoek van het college van burgemeester en schepenen of de gemeenteraad.
Gelet op deze taakstelling, is een correcte samenstelling van de GECORO dus van cruciaal belang. Een gemeenteraad maakt dan ook best steeds haar huiswerk bij het samenstellen van een GECORO.