Aanzienlijk veel gemeenten hebben stukken grondgebied die in VEN-gebied, habitatrichtlijngebied of vogelrichtlijngebied liggen. De kans is dus reëel dat een gemeente en haar inwoners regelmatig in aanraking komen met de gebiedsspecifieke natuurbeschermingsmaatregelen die van toepassing zijn op deze gebieden.
Zoals het Grondwettelijk Hof bevestigt in zijn arrest van 27 juni 2019 bevestigt, is het van cruciaal belang om de verschillende soorten maatregelen goed uit elkaar te houden. Iedere bescherming heeft namelijk een andere finaliteit en bevat een andere soort toets. Dit is niet altijd evident aangezien veel habitatrichtlijngebieden, vogelrichtlijngebieden en VEN-gebieden met elkaar overlappen en veel initiatiefnemers en vergunningverlenende overheden weinig ervaring hebben met deze natuurbeschermingsmaatregelen.