OmgevingConnect is een online bibliotheek van Vanden Broele

Gewijzigd Vrijstellingsbesluit - verschillende stedenbouwkundige handelingen voortaan niet meer onderworpen aan een vergunningsplicht

Op 7 juni 2024 bracht de Vlaamse Regering enkele wijzigingen aan het Vrijstellingsbesluit aan. Hoewel het vooral om enkele technische aanpassingen gaat, zijn verschillende stedenbouwkundige handelingen voortaan niet meer onderworpen aan een vergunningsplicht. Het gewijzigd Vrijstellingsbesluit is op 14 augustus 2024 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en trad in werking op 24 augustus 2024. Een aantal vrijgestelde handelingen die betrekking hebben op het openbaar domein en waterlopen treden pas in werking op 1 januari 2025.

 

Een geüpdatet Vrijstellingsbesluit

Het Vrijstellingsbesluit van 16 juli 2010 bepaalt welke vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen zijn vrijgesteld van een vergunningsplicht. Met andere woorden, die handelingen kunnen per uitzondering worden uitgevoerd zonder een voorafgaande omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

De Vlaamse Regering keurde op 7 juni 2024 een wijziging van het Vrijstellingsbesluit goed, met het oog op meer vereenvoudiging en minder administratieve lasten. De wijzigingen omvatten vooral enkele gerichte, technische aanpassingen, maar zijn wel belangrijk voor de vergunningspraktijk. Dankzij de update aan het Vrijstellingsbesluit worden bijkomende handelingen voortaan vrijgesteld van een vergunningsplicht.

In essentie hebben de wijzigingen vooral te maken met enkele verduidelijkingen zoals voor complexere (infra)structuurprojecten of bijkomende vrijstellingen, zaosl onder meer een vrijstelling voor het overwelven of inbuizen van grachten en een nieuwe vrijstelling voor het aanbrengen van isolatie tegen gevels en daken.

 

Enkele relevante wijzigingen

Hieronder gaan we in op enkele relevante wijzigingen. Niet alle wijzigingen worden hieronder besproken, maar zijn terug te vinden in het Vrijstellingsbesluit.

  • Bouwvrije stroken

Een eerste verduidelijking is dat het Vrijstellingsbesluit niet van toepassing is als bepaalde handelingen volledig of gedeeltelijk zijn gelegen in de (bouwvrije) stroken langs onbevaarbare en bevaarbare waterlopen, de erfdienstbaarheidszone langs grachten en de afgebakende oeverzones (artikel 1.6 Vrijstellingsbesluit). Met deze wijzigingen geldt de vrijstelling maar als het project volledig buiten die stroken gelegen is. Dit is een verduidelijking ten opzichte van de huidige situatie, waarbij alle handelingen buiten die stroken wel waren vrijgesteld – dit leidde vaak tot puzzelwerk op vlak van welke delen van een project wel of niet waren vrijgesteld.

  • Handelingen in, aan en bij woningen

Een tweede aanpassing is de verduidelijking van handelingen in, aan en bij woningen (artikel 2.1 Vrijstellingsbesluit). Gebruikelijke ondergrondse constructies, zoals leidingen, een hemelwaterput, infiltratievoorziening, etc. zijn strikt genomen niet vrijgesteld indien deze gelegen zijn in een achteruitbouwstrook. Dat maakt dat een huisaansluiting van elektriciteit, of water in de voortuin strikt genomen vergunningsplichtig is. Dit is aangepast, op voorwaarde dat die ondergrondse constructies niet strijden met een rooilijnplan.

Bij die handelingen wordt ook een vrijstelling ingevoerd voor het aanbrengen van isolatie van de buitenzijde van gevels en daken tot een maximum van 26 centimeter, opnieuw op voorwaarde dat de rooilijn niet wordt overschreden (artikel 2.1, 2°/1 van het Vrijstellingsbesluit). Deze vrijstelling kadert in de Vlaamse lange-termijnrenovatiestrategie voor gebouwen 2050. Door deze vrijstelling kan het isoleren van gevels en daken zonder administratieve rompslomp gebeuren, terwijl nu veel discussie bestond over welke isolatiewerken al dan niet vergunningsplichtig waren. Deze vrijstelling is wel onder voorbehoud van het erfgoedstatuut van een pand of de omgeving, zoals UNESCO-werelderfgoed, beschermd erfgoed en geïnventariseerd erfgoed.

Ook de installatie van warmtepompen en airco’s valt voortaan onder een uitdrukkelijke vrijstelling (artikel 2.1, 8°/1 Vrijstellingsbesluit). Die vrijstelling geldt wel op voorwaarde van een afstand van 2 meter tussen de installatie en de perceelsgrens, of tot tegen een scheidingsmuur die het geluid afschermt. Op die manier moet de hinder voor buren maximaal worden beperkt. Als de installatie toch anders wordt geplaatst, is opnieuw een omgevingsvergunning nodig.

Momenteel is het overwelven/inbuizen van een gracht vergunningsplichtig, zelfs als het gaat over de loutere aanleg van een oprit of toegang tot een woning. Dit wordt aangepast met een nieuwe vrijstelling van een omgevingsvergunning (artikel 2.1, 9°/1 van het Vrijstellingsbesluit). Nu is het aanbrengen van maximaal één overwelving of inbuizing van een baangracht per goed vrijgesteld van een vergunning. De lengte van de overwelving of inbuizing bedraagt in zo’n geval maximaal 5 meter, met een minimale binnendiameter van 400 millimeter.

  • Openbaar domein

Ten slotte wordt de vrijstelling voor de aanleg van verhardingen op het openbaar domein grondig aangepast (artikel 10, 1° Vrijstellingsbesluit). Momenteel moet elk stuk bijkomende verharding individueel opgemeten worden om na te gaan of dit valt onder de vrijstellingsgrens van 300 m². Met het gewijzigde Vrijstellingsbesluit moet een overheid kijken of de totaliteit van de verhardingen – dus alle handelingen die samen worden uitgevoerd en ruimtelijk aaneenhangen – de vrijstellingsgrens van 300 m² overschrijdt. Als dus een bestaande verharding behouden blijft en wordt uitgebreid met aan de linkerzijde met 290 m² en aan de rechterzijde 310 m², wordt in totaal 600 m² extra verhard en is het volledige project, inclusief beide uitbreidingen, vergunningsplichtig.


Complexiteit van de vrijgestelde handelingen

Bovenstaande opsomming is maar een greep uit de wijzigingen met het nieuwe Vrijstellingsbesluit. Die wijzigingen zijn vaak complex en niet altijd even eenvoudig toe te passen, maar zijn voor de vergunningspraktijk bijzonder belangrijk. Het is aangeraden om telkens de tekst van het Vrijstellingsbesluit goed te lezen en steeds strikt te interpreteren. Aangezien het Vrijstellingsbesluit in uitzonderingen op de algemene vergunningsplicht voorziet, moet iedere vrijstelling strikt worden geïnterpreteerd en toegepast. Bovendien is de precieze toepassing altijd afhankelijk van de concrete situatie.

Het gewijzigd Vrijstellingsbesluit is op 14 augustus 2024 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en trad in werking op 24 augustus 2024. Een aantal vrijgestelde handelingen die betrekking hebben op het openbaar domein en waterlopen treden pas in werking op 1 januari 2025.

Deel deze update via LinkedIn
Deel deze update via Facebook
Deel deze update via Twitter
Deel deze update via e-mail

Al onze nieuwsberichten in uw mailbox?

Schrijf u in op onze gratis nieuwsbrief en blijf op de hoogte van nieuwe regelgeving, relevante actualiteit, niet te missen opleidingen en studiedagen, ...