Betaalbaar wonen is een actueel, maar ook controversieel thema dat geregeld in de media komt en waar heel wat misverstanden over bestaan. En steevast wordt daarbij de vraag gesteld: gaat de bouwshift niet voor een schaarste aan gronden zorgen en op die manier de prijzen verder omhoog duwen? Nee, zo simpel is het niet.
Op 8 juni zakten tweehonderd planners, ambtenaren en woondeskundigen af naar het VRP-voorjaarscongres ‘Wonen uit de marge, plannen voor betaalbaarheid’,dat volledig in het teken stond van betaalbaar wonen.
Onderzoekers, planners, architecten en ontwikkelaars kwamen er hun analyses en oplossingen uit de doeken doen. Het onderzoek ‘Waar woont de Vlaming in 2035?’ (VITO, HIVA-KU Leuven en bureau Spatie maakt ruimte in opdracht van Departement Omgeving) trok daarbij extra de aandacht. Kristine Verachtert (Spatie maakt ruimte) werkte mee aan het onderzoek en deelde op het voorjaarscongres de belangrijkste conclusies.
De onderzoekers berekenden de woonbehoefte tegen 2035 en de ruimte die we daarvoor (nodig) hebben. Ze stelden zich daarbij de volgende vragen: hoeveel woningen van welk type hebben we nodig in 2035? Welke ruimte voor nieuwe woningen is er nog beschikbaar en welk type woningen is daar mogelijk? En volstaat die ruimte om de toekomstige huishoudensgroei op te vangen? Of korter gezegd, is er een match tussen vraag en aanbod?
Om dit te kunnen berekenen, vertrok de studie van de huidige trends om daarna de modellering naar de toekomst te kunnen maken. De vraag waar het allemaal mee begint is dus: hoe wonen we vandaag? En waar?