Het Bosdecreet voorziet in een principieel verbod op alle ontbossingen. Het is echter niet altijd duidelijk wanneer het verwijderen van bomen precies tot een ontbossing leidt. Die discussie is nochtans zeer belangrijk. Als er geen sprake is van een ontbossing, speelt het ontbossingsverbod niet én is de ontbosser niet gehouden tot het betalen van een boscompensatie of een aanplanten van een compenserende bebossing. Met een arrest van 9 maart 2023 (met nummer RvVb-A-2223-0624) gaat de Raad voor Vergunningsbetwistingen in op wat een ‘bos’ nu precies is en in welke mate het ontbossingsverbod speelt in tuinen.
Het principiële ontbossingsverbod
Artikel 90bis van het Bosdecreet voorziet in een algemeen verbod op ontbossingen. Een initiatiefnemer kan enkel aan dit verbod ontsnappen via het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een ontbossing. Hiervoor moet de initiatiefnemer ofwel vallen onder één van de uitzonderingsgronden van het Bosdecreet of moet die een individuele ontheffing op het ontbossingsverbod aanvragen bij het Agentschap Natuur en Bos. Een ontbossing is dus pas mogelijk mits het ‘overwinnen’ van een aantal procedurele moeilijkheden.
Daarnaast leidt een ontbossing ook tot het moeten betalen van een financiële boscompensatie of het aanplanten van een compenserend bos. Een combinatie van een financiële vergoeding en een compensatie in natura is echter ook mogelijk. Niet alleen kan deze vergoeding hoog oplopen, afhankelijk van de grootte van de ontbossing en de te ontbossen vegetatie, ook is het niet altijd evident om ruimte te vinden om zo’n compenserend bos aan te planten.
Een ontbossing brengt dus heel wat obstakels met zich mee. Het is dan ook aangewezen om steeds geval per geval na te gaan of het verwijderen van bomen ook effectief tot een ontbossing leidt.
Bomen versus bossen
De moeilijkheden bij ontbossingen leiden in de praktijk tot grote discussies over wanneer nu precies sprake is van een ontbossing en wanneer men (juridisch gezien) over een bos mag spreken. Het is namelijk niet omdat een perceel is begroeid met een aantal bomen, dat er automatisch sprake is van een bos.
Het begrip ‘bos’ wordt juridisch geregeld in artikel 3 van het Bosdecreet. Volgens deze bepaling zijn de bossen grondoppervlakten waarvan de bomen en de houtachtige struikvegetaties het belangrijkste bestanddeel uitmaken, waartoe een eigen fauna en flora behoren en die één of meer functies vervullen. Merk dus op dat er geen sprake is van een bos vanaf een precies aantal bomen, waardoor ook een beperkt aantal bomen (met bijbehorende struiken en andere vegetaties) al een bos kunnen uitmaken. Ook niet-beboste oppervlakten kunnen zelfs als bos worden beschouwd, zoals bijvoorbeeld eerder ontboste kaalvlakten, niet-beboste oppervlakten die nodig zijn voor het behoud van het bos (zoals boswegen of brandwegen) of beplantingen die bestemd zijn voor de houtopbrengst.
Er zijn bovendien een aantal uitzonderingen, die aangeven wanneer er juist geen sprake is van een bos ondanks dat er wel sprake kan zijn van bomen. Zo is er bijvoorbeeld geen sprake van een bos bij “fruitboomgaarden en fruitaanplantingen”, bij “sierbeplantingen” of bij “tuinen, plantsoenen en parken”. Deze laatste uitzonderingsgrond leidt overigens tot heel wat discussie, nu niet altijd duidelijk is wat precies wordt bedoeld met “tuinen” of “parken”.
Ten slotte is er niet enkel snel sprake van een ‘bos’ maar ook van een ‘ontbossing’. Dit is volgens artikel 4 van het Bosdecreet het geval bij “iedere handeling waardoor een bos geheel of gedeeltelijk verdwijnt en aan de grond een andere bestemming of gebruik wordt gegeven”. Het verwijderen van bomen is dus niet voldoende om tot een ontbossing te komen, het is ook vereist dat de onderliggende grond een nieuwe bestemming krijgt. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer bomen worden verwijderd om een gemeenteweg aan te leggen of bij het rooien van bomen om een woning op te richten. Indien de grond geen andere bestemming krijgt maar haar ‘bosfunctie’ behoudt, is er enkel sprake van het ‘kappen’ van de bomen maar niet van een ontbossing.
Geen ontbossing in eigen tuin
Zoals aangegeven, leiden de brede definities van ‘bos’ en ‘ontbossen’ tot heel wat discussie. Zeker bij residentiële woningen, is het voor vergunningverleners moeilijk om uit te maken wat nu precies valt onder het ontbossingsverbod en wat valt onder de uitzonderingsgrond van “tuinen, plantsoenen en parken” (in de zin van artikel 3, §3, 2° van het Bosdecreet). Indien het verwijderen van bomen gebeurt onder het toepassingsgebied van deze uitzonderingsgrond, is er dus geen sprake van een ontbossing en geldt er geen verplichting om het verwijderen van de bomen te compenseren.
In een arrest van 9 maart 2023 gaat de Raad voor Vergunningsbetwistingen concreet in op de vraag welke tuinen nu precies vallen onder die uitzonderingsgrond en er dus geen sprake is van een ontbossing, ook al worden er effectief bomen en struiken verwijderd. De Raad bevestigt dat het ontbossingsverbod niet speelt in tuinen en benadrukt dat het volstaat dat de te verwijderen bomen deel uitmaken van het tuingedeelte van de woning om vast te stellen dat de bomen zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van het Bosdecreet. In dit specifiek geval stond de te verwijderen vegetatie namelijk aan een uitbouw aan de achterzijde van de woning, waardoor dus geen sprake was van een bos en, hiermee, een ontbossing. Het is dus louter voldoende dat de bomen zich in een tuin bevinden om te ontsnappen van het principiële ontbossingsverbod.
Vogelvrije bomen
Hoewel het arrest beknopt ingaat op dit aspect, is de conclusie van de Raad niet zonder belang voor de vergunningspraktijk. De concrete toepassing van de uitzonderingsgrond voor “tuinen, plantsoenen en parken” ken hiermee namelijk een groot toepassingsgebied, die overigens ruimer gaat dan bomen in woongebied. Zo is het op basis van deze uitzonderingsgrond bijvoorbeeld ook principieel mogelijk om bomen te verwijderen in tuinzones bij zonevreemde woningen.
Hiermee verliest het principiële ontbossingsverbod heel wat slagkracht. Zo is het een pak gemakkelijker om bomen te verwijderen in tuinzones, wat ertoe kan leiden dat dergelijke bomen vlotter kunnen worden verwijderd. En hoewel dat enerzijds een goede zaak is voor particulieren en bouwheren die nu sneller kunnen overgaan tot het verwijderen van bomen in hun tuinzones, houdt dit tegelijkertijd in dat heel wat bomen aan en nabij woningen en tuinen vogelvrij worden verklaard.