Op 25 november 2022 keurde de Vlaamse Regering enkele wijzigingen goed in verband met de watertoets en de bijbehorende informatieplicht. Een belangrijke praktische impact hiervan zijn geactualiseerde kaarten met overstromingsgevoelige gebieden, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen overstromingen vanuit de zee door onweer en stormen, pluviale overstromingen als gevolg van lokale intense neerslag en fluviale overstromingen als gevolg van rivieroverstromingen. Daarnaast wordt voor de watertoets gebruik gemaakt van een soort ‘advieskaart’, die aangeeft voor welke percelen er advies moet worden gevraagd bij ruimtelijke plannen of vergunningsaanvragen, en worden verschillende afbraak- en onthardingswerken vrijgesteld van de vergunningsplicht. Het besluit is in werking getreden op 1 januari 2023.
Vlaamse Regering scherpt watertoets aan
De Vlaamse Regering bereidt zich voor op de klimaatproblematiek en wil vergunningverlenende overheden aanmoedigen om hetzelfde te doen. Om die reden keurde de Vlaamse Regering op 25 november 2022 een besluit goed tot wijziging van de watertoets en de bijbehorende informatieverplichting, dat inmiddels op 1 januari 2023 in werking is getreden.
Via het instrument van de watertoets moet de bevoegde vergunningverlenende overheid, veelal het college van burgemeester en schepenen, de impact van de aanvraag, het plan of programma op het lokale watersysteem beoordelen. Het resultaat van de watertoets wordt als een waterparagraaf opgenomen in de vergunning of in de goedkeuring van het plan of het programma, in bepaalde gevallen ook na advies van de bevoegde waterbeheerder. In de praktijk bleek de watertoets veelal dode letter. Het was voor vergunningverlenende overheden vaak moeilijk om een uitspraak te doen over de eventuele waterimpact van het project zonder dat zij over de juiste, meest actuele informatie beschikten en zonder bijstand van een gespecialiseerde instantie. Een correcte toepassing van de watertoets, houdt namelijk in dat de impact van een plan of project correct wordt afgetoetst tegenover de bestaande situatie en eventuele bestaande waterproblemen (zoals overstromingen of waterschade).
De Vlaamse Regering grijpt met het besluit van 25 november 2022 dus niet zozeer in op de watertoets als instrument maar wil wel vergunningverlenende overheden meer informatie aanreiken. Het is duidelijk dat de Vlaamse Regering hoopt dat zo’n inhoudelijke ruggensteun leidt tot een betere toepassing van de bestaande watertoets.
Nieuwe watertoetskaarten
Een eerste vernieuwing zijn de vernieuwde watertoetskaarten. Waar op vandaag enkel een onderscheid wordt gemaakt tussen ‘effectief’ en ‘mogelijk’ overstromingsgevoelige gebieden, maken de nieuwe kaarten een onderscheid tussen overstromingen vanuit de zee door onweer en stormen, pluviale overstromingen als gevolg van lokale intense neerslag en fluviale overstromingen als gevolg van rivieroverstromingen. Belangrijk hierbij is dat er telkens een onderverdeling wordt gemaakt naargelang een kleine, middelgrote of grote kans op overstromingen.
Het is de bedoeling dat deze kaarten dienst doen als objectieve informatiebron voor de toepassing van de watertoets. Hoewel de kaarten nuttige, ondersteunende informatie omvatten, hebben zij op zichzelf geen gevolgen voor de vergunningverlening. Het is dus niet omdat de watertoetskaarten wijzen op een grote kans op overstromingen, dat daarom geen enkele omgevingsvergunning kan worden verleend. De kaarten zijn louter ondersteunend en informatief voor de plannende of vergunningverlenende overheid. Dat neemt, mede in het licht van het zorgvuldigheidsbeginsel, natuurlijk niet weg dat het aan het bestuur toekomt om te beoordelen waarom een plan of project niet tot schadelijke effecten op het watersysteem zal leiden, ondanks een grote of middelgrote kans op overstromingen. Het is dan ook mogelijk dat de watertoetskaarten de lat hoger leggen, wat betreft de inschatting van mogelijke waterproblemen.
Aangescherpte adviesverplichting
Daarnaast voorziet de Vlaamse Regering ook in een zogenaamde ‘advieskaart’. Deze kaart geeft telkens aan voor welke percelen er advies moet worden gevraagd aan de bevoegde waterbeheerder bij de beoordeling van ruimtelijke plannen en vergunning. Op basis van de kaart zal de vergunningverlenende overheid dus nagaan of en aan welke instanties advies moet gevraagd worden in kader van de watertoets bij een plan of vergunning. Voor percelen vallen onder deze nieuwe advieskaart, moet bij vergunningsaanvragen een advies aan de waterbeheerder worden gevraagd worden in het kader van de watertoets. Zo’n advies maakt het vervolgens mogelijk voor de vergunningverlenende overheid om met het aspect water rekening te houden bij de ruimtelijke afweging.
Net zoals de watertoetskaarten, zijn deze adviezen in principe niet bindend. Er is echter ook hier sprake van een grotere beoordelings- en motiveringsplicht in hoofde van een vergunningverlenende overheid, stelt dat zij van een ongunstig advies van de waterbeheer wil afwijken. Mits een grondige motivering kan een vergunningverlenende overheid van dit advies afwijken.
Bijkomende vrijstellingen voor afbraak- en onthardingswerken
Ten slotte wil de Vlaamse Regering het ontharden en ontpitten van percelen aanmoedigen. Het bebouwen of verharden van bodem leidt er namelijk tot toe dat hemelwater minder goed kan infiltreren in de bodem, wat niet allen leidt tot een versnelde afvoer van water, en hiermee mogelijke overstromingen, maar ook het verdrogen van de ondergrond. Het bijkomende ontharden en ontpitten van bestaande verharde of bebouwde oppervlakte, draagt dus bij aan een betere waterhuishouding.
Het was tot voor kort niet altijd evident om zonder meer afbraak- of onthardingswerken uit te voeren. Vaak kon dit enkel op basis van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, wat voor lokale besturen vaak een drempel vormde om het eigen openbaar domein te ontharden. Met artikel 13.2 van het Vrijstellingsbesluit, voorziet de Vlaamse Regering zo in ruimere mogelijkheden om bouwwerken of constructies af te breken zonder omgevingsvergunning.
Geen ommekeer, wel een verstrenging
Hoewel de watertoets als instrument weinig wijzigt, blijkt wel dat de lat hoger ligt om voortaan tot een gunstige watertoets te komen indien een plan of project in een overstromingsgevoelig gebied ligt. Niet alleen zal een vergunningverlenende overheid rekening moeten houden met de nieuwe, veelal strengere en meer gedetailleerde watertoets, ook zal zij in bepaalde gevallen steeds rekening moeten houden met de adviezen van de waterbeheerders. Hoewel vergunningverlenende overheden dus meer informatie krijgen aangereikt, verscherpte dit ook hun beoordelings- en motiveringsplichten.