OmgevingConnect is een online bibliotheek van Vanden Broele

Welke mogelijkheden zijn er om de stedenbouwkundige ontwikkelingskosten in rekening te brengen aan de aanvrager/vergunninghouder?

In principe zijn er 3 mogelijkheden:

1. Het CBS legt in een omgevingsvergunning een stedenbouwkundige last op in functie van de stedenbouwkundige ontwikkelingskost, waarbij dossier per dossier een afzonderlijke beslissing wordt genomen (wat onderling (sterk) afwijkende beslissingen mogelijk maakt). In graad van beroep zal de deputatie eveneens een geheel eigen standpunt kunnen innemen. De administratieve last is hier beperkt, zij het anderzijds wel dat voor elk dossier individuele afwegingen kunnen worden gemaakt, wat soms stuit op verzet van het politieke beslisingsorgaan owv de willekeur en het mogelijks dienen van individuele belangen. De gelijke behandeling is hier in geen geval verzekerd evenmin is er sprake van rechtszekerheid in hoofde van de aanvrager.

2. Het CBS keurt een informele en zuiver interne leidraad goed waarin algemene principes worden bepaald voor wat betreft de stedenbouwkundige ontwikkelingskost, die een houvast moet bieden voor de omgevingsambtenaren die de omgevingsvergunningsbeslissingen met een op te leggen last (op basis van het verslag GOA) voorbereiden en uiteindelijk de schepenen die hierover beslissen (wat voor meer eenvormigheid moet zorgen, maar waarbij een afwijking op maat van de betrokken aanvraag niet geheel is uitgesloten). De administratieve last is hier eveneens eerder beperkt aangezien het louter het opstellen van een intern document betreft dat wordt gevalideerd door het CBS. In graad van beroep is de deputatie niet gehouden zich te schikken naar deze interne richtlijnen, voor zover deze haar al bekend zouden zijn. Gelet op het louter intern karakter is de gelijke behandeling niet volledig verzekerd, evenmin is er sprake van rechtszekerheid in hoofde van de aanvrager.

3. De gemeenteraad keurt een stedenbouwkundige verordening inzake stedenbouwkundige lasten goed, wat impliceert dat het gaat om een open en publiek kenbaar gemaakt document dat eenvormig geldt voor alle gelijkaardige aanvragen en kan gezien worden als een consequente toepassing van het goedgekeurde beleid, waarbij enkel afwijkingen van de algemene principes mogelijk zijn, voor zover deze uitdrukkelijk in de verordening zijn bepaald. In graad van beroep zal de deputatie eveneens ertoe gehouden zijn om deze verordening correct toe te passen en kan zij eveneens slechts een beroep doen op uitzonderingsgronden voor zover deze in de verordening zijn opgenomen. Dit gaat willekeur duidelijk tegen, maar kan soms als te star en niet op maat van een individuele aanvraag worden beschouwd. Daarnaast zal de verordening volgens de voorgeschreven procedure cfr. art. 2.3.2 VCRO tot stand moeten worden gebracht, wat een omslachtigere procedure is (grotere administratieve last) dan wanneer enkel een interne richtlijn door het CBS wordt goedgekeurd of geval per geval een keuze wordt gemaakt door het CBS dat beslist over de omgevingsvergunningsaanvraag. Het waarborgt anderzijds wel de gelijke behandeling van aanvragen en beoogt meer rechtszekerheid te bieden voor de aanvragers.

Abonnees van OmgevingConnect hebben de mogelijkheid om inhoudelijke vragen te stellen aan het team van experten van OmgevingConnect. Bovenstaande vraag is hiervan een voorbeeld. Wilt u met uw dienst Omgeving ook een concrete vraag uit een dossier/case voorleggen aan OmgevingConnect? Aarzel dan niet en stuur een mail naar info@omgevingconnect.be! U mag op korte termijn een antwoord verwachten.

Deel deze update via LinkedIn
Deel deze update via Facebook
Deel deze update via Twitter
Deel deze update via e-mail

Al onze nieuwsberichten in uw mailbox?

Schrijf u in op onze gratis nieuwsbrief en blijf op de hoogte van nieuwe regelgeving, relevante actualiteit, niet te missen opleidingen en studiedagen, ...