Minister Demir wil de annulatieprocedures tegen ruimtelijke uitvoeringsplannen, stedenbouwkundige verordeningen en voorkeursbesluiten en projectbesluiten inzake complexe projecten inkorten. Om die reden keurt de Vlaamse Regering op 18 november 2022 een voorontwerp van decreet goed dat voorziet in het overhevelen van deze beslissingsbevoegdheid van de Raad van State naar de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Het overdragen van dit bevoegdheidspakket zal een belangrijke impact hebben op het ruimtelijke beleid van heel wat lokale besturen. Het voorontwerp moet uiteraard nog worden goedgekeurd door het Vlaams Parlement, waardoor het nog afwachten is op de specifieke bepalingen en de inwerkingtreding ervan.
De bevoegdheidspakketten van de Raad van State en de Raad voor Vergunningsbetwistingen
Op vandaag kan de Raad van State zich uitspreken over de annulatie- en schorsingsberoepen tegen alle overheidsbeslissingen, behalve als de beslissingsbevoegdheid hierover is toegewezen aan een ander bestuursrechtscollege. Zo is momenteel de Raad voor Vergunningsbetwistingen bevoegd om een uitspraak te doen over alle annulatie- en schorsingsberoepen tegen vergunningsbeslissingen, nu die bevoegdheid uitdrukkelijk is voorzien in het Omgevingsvergunningsdecreet. Een uitzondering hierop is de zogenaamde exceptie van onwettigheid van artikel 159 van de Grondwet; op basis van dit artikel kan de Raad voor Vergunningsbetwistingen in functie van het beoordelen van een annulatieberoep toch de wettigheid van een overheidsbeslissing nagaan, hoewel zij hiervoor niet per definitief bevoegd is.
Bij gebrek aan zo’n toewijzingen, worden ruimtelijke uitvoeringsplannen, stedenbouwkundige verordeningen en voorkeursbesluiten en projectbesluiten inzake complexe projecten vandaag de dag nog steeds bestreden bij de Raad van State. Een belangrijk neveneffect hierbij is dat de doorlooptijden (d.i. de termijn tussen het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging en een einduitspraak) een pak langer zijn bij de Raad van State dan bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Zo kent de Raad van State bij het behandelen van een annulatieberoep tegen een ruimtelijk uitvoeringsplan vaak een doorlooptijd van gemiddeld 26 maanden, met uitschieters van 42 maanden. In contrast tot deze lange(re) doorlooptijd, kent de Raad voor Vergunningsbetwistingen op vandaag een relatief korte termijn van gemiddeld één jaar.
Het verschil in doorlooptijden is niet geheel onlogisch; bij een procedure bij de Raad van State wordt er steeds een auditoraatsverslag opgemaakt en krijgen de partijen een kans om op dit verslag te reageren. Bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen bestaat zo’n systeem niet en worden er geen auditoraatsverslagen opgemaakt. In eenzelfde zin geldt er bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen ook een beroepstermijn van 45 dagen, terwijl dit bij de Raad van State 60 dagen is.
Het doorschuiven van het bevoegdheidspakket in functie van de doorlooptijden
De Vlaamse Regering wenst nu via een voorontwerp van decreet van 18 november 2022 de bevoegdheid van de Raad voor Vergunningsbetwistingen uit te breiden, in de hoop om de doorlooptijden van procedures gericht tegen ruimtelijke uitvoeringsplannen stedenbouwkundige verordeningen en voorkeursbesluiten en projectbesluiten inzake complexe projecten in te korten. Hiermee wil men tot een soort ‘omgevingsrechtbank’ komen, waarbij het merendeel van de beslissingen binnen het omgevingsrecht vallen onder de centrale bevoegdheid van de Raad voor Vergunningsbetwistingen en rechtzoekenden zich slechts moeten richten tot één bestuursrechtscollege.
Opvallend is dat de Vlaamse Regering weinig tot niet ingrijpt op de bestaande procedure bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. De beroepstermijn van 60 dagen bij annulatieberoep tegen ruimtelijke uitvoeringsplannen, stedenbouwkundige verordeningen en voorkeursbesluiten en projectbesluiten inzake complexe projecten blijft behouden. Wel verwacht het voorontwerp van decreet dat dergelijke vernietigingsprocedure “bij voorrang” worden behandeld. Er worden hiertegenover echter geen termijnen verplaatst, waardoor het onduidelijk is wat de Vlaamse Regering hiermee precies bedoelt en/of dit tot gevolg zal hebben dat de doorlooptijden bij vergunningsbeslissingen op hun beurt weer langer zullen worden. Wel verhindert deze voorrangsregeling niet dat de Raad voor Vergunningsbetwistingen eerst andere beroepen -bijvoorbeeld schorsingsberoepen – behandelt die om andere dwingende redenen op korte termijn dienen afgehandeld te worden.
Hierbij zal er zich één kamer binnen de Raad voor Vergunningsbetwistingen specifiek buigen over de voorkeursbesluiten en projectbesluiten inzake complexe projecten. Voor de complexe projecten wordt dan ook een gespecialiseerde kamer ingericht.
Afwachten op het uiteindelijke resultaat
Hoewel het voorontwerp van decreet inhoudelijk weinig wijzigingen aanbrengt aan het bestaande systeem, is de verschuiving van het bevoegdheidspakket van de Raad van State naar de Raad voor Vergunningsbetwistingen niet zonder belang. Zo hebben ruimtelijke uitvoeringsplannen en stedenbouwkundige verordeningen een grote impact op het ruimtelijk beleid van een provincie- of gemeentebestuur. Langere doorlooptijden zijn dan ook nefast voor dit provinciaal of gemeentelijk ruimtelijk beleid en het is vaak bang afwachten of de vernietigingsprocedure al dan niet tot een vernietiging van het ruimtelijk uitvoeringsplan of de stedenbouwkundige verordening zal leiden. Een snellere behandeling van deze vernietigingsprocedure is dus niet enkel in het voordeel van de rechtszoekende maar ook zeker voor de overheden zelf.
Wat de inwerkingtreding van deze bevoegdheidsverschuiving betreft, voorziet het voorontwerp in een eerbiedigende werking. De oude regels blijven van toepassing op de afhandeling van beroepen tegen besluiten die reeds voorlopig of in ontwerp werden vastgesteld vóór de inwerkingtreding van dit decreet.